Nieuwe regelgeving opeenvolgende dagcontracten

17-01-2023
Opeenvolgende dagcontracten

Vanaf 1 januari 2023 zullen bedrijven die oneigenlijk gebruik maken van opeenvolgende dagcontracten hiervoor een financiële sanctie krijgen. Dat besliste de Nationale Arbeidsraad. Maar vanaf wanneer spreekt men over oneigenlijk gebruik en welke sancties kan men verwachten? Hieronder zetten we alles wat u moet weten nog eens op een rij.


Wat zijn opeenvolgende dagcontracten? 

Opeenvolgende dagcontracten worden gedefinieerd als “de arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid bij eenzelfde gebruiker, die elk een looptijd van vierentwintig uur niet overschrijden, en die elkaar onmiddellijk opvolgen of hooguit gescheiden worden door een feestdag en/of door de gewone inactiviteitsdagen.”

Enkele voorbeelden ter illustratie: 

  • een dagcontract op maandag en een dagcontract op dinsdag → opeenvolgende dagcontracten 
  • een dagcontract op maandag en een dagcontract op woensdag → geen opeenvolgende dagcontracten 
  • een dagcontract op woensdag en een dagcontract op vrijdag EN het bedrijf is altijd gesloten op donderdag → opeenvolgende dagcontracten 

Wanneer zijn opeenvolgende dagcontracten wel toegestaan? 

Een bedrijf kan enkel gebruik maken van opeenvolgende dagcontracten als die de nood aan flexibiliteit kan bewijzen. Deze nood aan flexibiliteit moet volgen uit één van de volgende oorzaken: 

  • Het werkvolume is afhankelijk van externe factoren 
  • Het werkvolume bij de gebruiker fluctueert sterk 
  • Het werkvolume is gekoppeld aan de aard van de opdracht 

Gewone ‘losstaande’ dagcontracten vallen niet onder de nieuwe regelgeving en zijn dus, zonder meer, toegestaan. Enkel in de bouwsector (PC 124) is er een algemeen verbod op het gebruik van dagcontracten.

Waarom worden de regels aangepast? 

Om uitzendmedewerkers te beschermen, werd bepaald dat zij recht hebben op dezelfde arbeids- en loonvoorwaarden als reguliere medewerkers van het bedrijf. Hoewel dagcontracten belangrijk zijn voor bedrijven die nood hebben aan flexibele oplossingen, zorgen ze in de praktijk voor uitzendmedewerkers vaak voor onzekerheid. De Nationale Arbeidsraad heeft na overleg tussen werkgevers en vakbonden dan ook een nieuw advies uitgebracht om oneigenlijk gebruik van dagcontracten tegen te gaan.  

Welke verstrenging volgt er? 

Zodra een uitzendmedewerker bij éénzelfde gebruiker bij éénzelfde uitzendkantoor in een semester 40 of meer opeenvolgende dagcontracten heeft, zal de gebruiker hiervoor een kost moeten betalen. Een semester is de periode van 1 januari tot en met 30 juni of van 1 juli tot en met 31 december.  

Hoeveel bedragen de sancties?  

Bedrijven zullen een responsabiliseringsbijdrage aan de RSZ moeten betalen voor elke uitzendmedewerker met méér dan 39 opeenvolgende dagcontracten in een periode van 6 maanden (semester). De bijdrage zal aan de RSZ betaald moeten worden voor alle opeenvolgende dagcontracten in dat semester. Hoe meer dagcontracten, hoe hoger de bijdrage.  De bijdrage heeft namelijk een progressief karakter opgebouwd a.d.h.v. volgende drempels: 

Opeenvolgende dagcontracten (ODC) met dezelfde uitzendmedewerker bij hetzelfde bedrijf Bijdrage per uitzendmedewerker verschuldigd dat semester
0-39 0 euro
40-59 10 euro x aantal ODC (min. 400 euro, max. 590 euro)
60-79 15 euro x aantal ODC (min. 900 euro, max. 1.185 euro)
80-09 30 euro x aantal ODC (min. 2.400 euro, max. 2.970 euro)
100 en meer 40 euro x aantal ODC (min. 4000 euro)

 

Een voorbeeld: Een uitzendmedewerker heeft 72 opeenvolgende dagcontracten in één semester.  
Bedrag van de responsabiliseringsbijdrage = 72 x €15 = € 1.080 

Uitzonderingen en bijzonderheden

De bijdrage zal verschuldigd zijn voor alle uitzendmedewerkers, ongeacht het statuut waarin ze tewerkgesteld worden. Ook voor jobstudenten zal deze bijdrage verschuldigd zijn.  

Uitzonderingen gelden voor gepensioneerden, flexi-jobbers en gelegenheidswerknemers in PC 144/145. Voor hen telt de responsabiliseringsbijdrage niet. 

Bedrijven die ervan overtuigd zijn dat ze een gegronde reden hadden voor het gebruik van opeenvolgende dagcontracten, kunnen de betaling van de bijdrage betwisten. In dat geval dienen ze een vraag tot terugbetaling indienen bij de Commissie Goede Diensten. De aard en de impact van de bijzondere omstandigheden moeten in dat geval bewezen en aangetoond kunnen worden.